Inkomen/werk/uitkering/belastingen
Heb je te maken met vragen over inkomsten, bijvoorbeeld over salaris, uitkering of toeslagen?
Kijk dan hieronder welke organisaties en regelingen er zijn:
Gemeente Amsterdam - Werk en Inkomen
De afdeling Werk en Inkomen gaat over alle vragen over inkomsten uit loon of uitkering van Amsterdammers. Je kan daar terecht met al je vragen, zowel als bewoner als professional. Je kan ook veel informatie vinden op:
Gemeente Amsterdam – Voorzieningen
Voor bewoners met een laag inkomen heeft Amsterdam voorzieningen. Dat voorzieningenpakket heet: ‘Pak je kans’. Het gaat om een collectieve zorgverzekering, scholierenvergoeding, gratis laptop voor middelbare school of basisschool, bijzondere bijstand, gratis OV voor ouderen, Stadspas met groene stip aanvragen en meer.
Kijk bij Doe je Check, want deze handige beslisboom helpt om snel te zien of jij, of je cliënt, in aanmerking komt voor voorzieningen Pak je kansregelingen – Sociaal Domein (amsterdam.nl)
Om in aanmerking te komen moet je ingeschreven staan in Amsterdam en een geldige verblijfsvergunning hebben. Voor vragen kan je bellen met 020 252 6000. Je vindt veel informatie online op:
Gemeente Amsterdam - Dakloos
Heb je een vraag over inkomsten voor iemand die dakloos is? Dat gaat dan meestal om een bijstandsuitkering. Voor een bijstandsuitkering heb je een adres nodig, om post van de gemeente te kunnen ontvangen. Een adres is een vereiste om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering. Een postadres voldoet niet, het gaat om een adres waar iemand is ingeschreven.
Bij dakloosheid kan het regelen van een adres moeilijk zijn. Dan kan de persoon een briefadres aanvragen. Maar let op! Daar zijn strenge voorwaarden aan verbonden. Een briefadres aanvragen kan bij de screeningsbalie voor Bijzondere Doelgroepen, adres: Jan van Galenstraat 323, ingang B, 1056 CH Amsterdam. Je moet vooraf bellen voor een afspraak. Vraag dan meteen wat je mee moet nemen naar de afspraak. En zorg ook dat je, of je cliënt, goed voorbereid naar deze afspraak gaat. Voorkom een onnodige afwijzing.
Meer over de voorwaarden leest u op: Briefadres aanvragen voor een bijstandsuitkering – Gemeente Amsterdam
Voor daklozen die aantoonbaar gebruik maken van de opvanglocaties, kunnen – onder voorwaarden- voor een briefadres ook terecht bij HVO Querido: Briefadres – HVO-QueridoHVO-Querido
Uitkeringen
Op zoek naar informatie over uitkeringen? Op de website van het UWV kan je up to date informatie vinden: Uitkering aanvragen: welke uitkeringen zijn er? | UWV | Particulieren
Een overzicht vind je hieronder:
Werkloosheid - WW
Werkloosheid – WW: bij werkloosheid kan je een WW uitkering aanvragen bij het UWV, als je niet door eigen schuld werkloos bent geworden. Vraag deze uiterlijk tot 1 week na de laatste werkdag aan, anders krijg je tijdelijk een lagere uitkering. Als je met de WW uitkering onder het sociaal minimum uitkomt, dan kan je een toeslag aanvragen. Gedurende de WW uitkering is er een sollicitatieplicht. Ook zijn er andere voorwaarden waar je aan moet voldoen. Het is belangrijk hier goed van op de hoogte te zijn en je hieraan te houden. Lees voor meer informatie verder op: Ik word werkloos | UWV | Particulieren
Werkloosheid – IOW
Werkloosheid – IOW: Wordt u werkloos en bent u 60 jaar of ouder bent, maar komt u nog niet in aanmerking voor de AOW? Dan kunt u wellicht IOW aanvragen. Dat staat voor Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen. Hier leest u meer over: Een IOW-uitkering | UWV | Particulieren
Werkloosheid – Bijstand
Werkloosheid – Bijstand: heb je geen recht op een WW uitkering, maar kan je niet rondkomen? Dan kan je wellicht een bijstand uitkering aanvragen bij de gemeente waar je woont. Er zijn verschillende voorwaarden aan verbonden, waaronder het gezamenlijk inkomen van jou en je partner. Ook het (gezamenlijk) vermogen speelt een rol bij het wel/niet kunnen krijgen van bijstand. Je vindt meer informatie op: Wanneer heb ik recht op algemene bijstand? | Rijksoverheid.nl Aanvragen van bijstand doe je bij de gemeente, bijvoorbeeld bij de Gemeente Amsterdam. Hier vind je ook meer informatie: Bijstandsuitkering – Gemeente Amsterdam
Uitkering bij ziekte korter dan 2 jaar
Uitkering bij ziekte korter dan 2 jaar: word je ziek en werk je korter dan 2 jaar, dan is je situatie afhankelijk van of je wel/niet een werkgever hebt, of dat je bijvoorbeeld uitzendkracht bent. Meestal betaald de werkgever loon door, tot maximaal 2 jaar. Het is altijd belangrijk om u zo snel mogelijk ziek te melden bij de werkgever, zodat alles geregeld kan worden.
Uitkering bij ziekte langer dan 2 jaar
Uitkering bij ziekte langer dan 2 jaar: Dan ontvangt u een WIA, WAO of WAZ uitkering.
WIA : Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
De WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) bestaat uit de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) of IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten). Zie voor meer informatie: WIA-uitkering | UWV | Particulieren
WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
De WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) ontvangt u als u vóór 1 januari 2004 ziek bent geworden en al een WAO-uitkering heeft. Zie voor meer informatie: Ik ben ziek (WAO-uitkering) | UWV | Particulieren
WAZ : Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
De WAZ (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) was tot 1 augustus 2004 de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen. De WAZ is nog actueel in 2 situaties:
- U werd voor 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt als zelfstandige en heeft op dit moment een WAZ-uitkering;
- U heeft eerder een WAZ-uitkering gehad. In sommige gevallen kunt u dan opnieuw een WAZ-uitkering krijgen als u arbeidsongeschikt wordt.
Participatiewet
Participatiewet
Participatiewet is ingevoerd vanaf januari 2015 en wordt geregeld vanuit de gemeente. Heeft u een arbeidsbeperking, kunt u wel werken, maar heeft u daar ondersteuning bij nodig? Heeft u ondersteuning nodig bij werk of inkomen? Dan valt u onder de participatiewet. Er zijn 3 soorten ondersteuning: een Indicatie banenafspraak, een Advies indicatie beschut werk en een Wajong-uitkering. Welke ondersteuning u krijgt of kunt aanvragen, ligt aan uw situatie. U vraagt de ondersteuning vanuit de participatiewet aan via de gemeente. Voor gemeente Amsterdam vindt u deze informatie hier” Werken met een arbeidsbeperking – Gemeente Amsterdam
Van uitkering naar werk
Van uitkering naar werk
Wat betekent het financieel als je van een uitkering naar betaald werk gaat? Met deze handige tool kan je dat razendsnel berekenen. Uitkeringnaarwerk-berekenaar (nibud.nl)
Welke toeslagen zijn er?
Toeslagen vraag je aan bij de Belastingdienst: Toeslagen (belastingdienst.nl) of bel 0800-0543. Je kan hier terecht voor alle vragen.
Zorgtoeslag
Zorgtoeslag
Zorgtoeslag is een bijdrage van de overheid in de kosten voor uw zorgverzekering. U heeft tot een bepaald inkomen recht op zorgtoeslag.
Hoeveel zorgtoeslag u krijgt is afhankelijk van uw inkomen. Als alleenstaande heeft u recht op zorgtoeslag bij een inkomen van € 30.481 of minder. Voor samenwonenden is deze grens € 38.945. De zorgtoeslag voor een alleenstaande is maximaal € 104 per maand. Voor een stel is de zorgtoeslag maximaal € 199. Hoe lager uw inkomen, hoe meer toeslag u ontvangt. U heeft recht op de maximale toeslag, als het gezamenlijke toetsingsinkomen lager is dan € 21.431.
Is uw vermogen aan het begin van het jaar meer dan € 116.613 of voor samenwonenden €147.459 dan heeft u geen recht op zorgtoeslag.
Voorwaarden Zorgtoeslag:
- 18 jaar of ouder
- U hebt een Nederlandse zorgverzekering
- Uw (gezamenlijk) inkomen ligt onder de inkomensgrens
- Uw (gezamenlijk) vermogen ligt onder de vermogensgrens
Meer weten? Kijk dan o.a. op: Zorgtoeslag – Nibud – Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
Huurtoeslag
Huurtoeslag
Huurtoeslag is een bijdrage van de overheid in de huurkosten. Het bedrag hangt onder andere af van uw inkomen. Huurders van een zelfstandige woning kunnen in aanmerking komen voor huurtoeslag. U heeft een zelfstandige woning als u een eigen voordeur heeft. Ook woonwagens vallen hieronder. Kamerbewoners komen meestal niet in aanmerking. De hoogte van huurtoeslag is afhankelijk van uw inkomen, uw vermogen en uw huur.
Hoeveel huurtoeslag u krijgt is afhankelijk van uw huur, uw inkomen, uw vermogen en dat van eventuele medebewoners. In 2019 mocht uw inkomen voor een alleenstaande bijv. niet hoger zijn dan € 22.700,- per jaar of € 30.825,- voor samenwonenden (onder de AOW leeftijd). Boven de AOW leeftijd zijn deze bedragen resp. € 22.675,- en € 30.800,-
Het vermogen mag in 2021 maximaal € 31.340 zijn om huurtoeslag te krijgen. Hebt u een toeslagpartner? Samen met uw toeslagpartner mag u € 62.680 aan vermogen hebben. Ook medebewoners mogen niet meer dan € 31.340 aan vermogen hebben. Maar hebt u een thuiswonend kind dat jonger is dan 18 jaar? Dan telt het vermogen van dit kind mee bij uw vermogen.
Voorwaarden
- U bent 18 jaar of ouder
- U huurt een zelfstandige woonruimte
- U woont in Nederland
- U en andere bewoners staan ingeschreven bij de gemeente op uw woonadres
- U en de medebewoners hebben de Nederlandse identiteit of een verblijfsvergunning
- U en de verhuurder hebben een huurcontract getekend
- U betaalt de huur en kunt dit aantonen d.m.v. bankafschriften
- Uw inkomen en dat van uw toeslagpartner is niet te hoog
- Uw vermogen en dat van uw toeslagpartner is niet te hoog
- Uw huur is niet te hoog
Daarnaast zijn er op deze voorwaarden verschillende uitzonderingssituaties, check deze even op Huurtoeslag (belastingdienst.nl)
Kijk voor meer informatie bij het Nibud Huurtoeslag – Nibud – Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
Kinderopvang toeslag
Kinderopvang toeslag
Kinderopvang toeslag is een bijdrage van de overheid in de kosten voor de opvang van uw kind. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van uw inkomen. U komt in aanmerking voor deze toeslag als beide ouders werken.
De kinderopvangtoeslag is geregeld in de Wet Kinderopvang. De wet geldt voor dagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar en buitenschoolse opvang voor basisschoolkinderen. Maar ook voor opvang door ouderparticipatiecrèches of gastouders via een gastouderbureau, en voor kinderen die naar de peuterspeelzaal gaan. Informele opvang door familie of kennissen valt hier dus niet onder.
Voorwaarden:
- U komt in aanmerking voor deze toeslag als beide ouders werken. Ook voor alleenstaanden geldt dat zij moeten werken
- Als u een toeslagpartner hebt dan geldt dat hij of zij ook moet werken. U bent onder andere elkaars toeslagpartner als u samenwoont met uw kind en u allebei 27 jaar of ouder bent
- Of u volgt een opleiding, aan een reguliere middelbare school, mbo, hbo of universiteit. Of als u volwassenonderwijs doet op het ROC of het Vavo
- U volgt een traject naar werk, bijvoorbeeld als u aan een programma deelneemt om aan de slag te kunnen. Vaak gaat dat via het UWV of uw ex-werkgever. Een voorbeeld van zo’n traject naar werk is een re-integratietraject
- De opvang is geregistreerd. De gemeente checkt of de opvang goed en veilig is. Goedgekeurde opvang staat geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) en heeft een LRK-nummer. Zonder dit nummer kunt u geen toeslag aanvragen
- Er geldt een eigen bijdrage, dat betaalt u zelf. De kinderopvangtoeslag vult de rest aan
- Er is een grens aan het aantal uren: Voor kinderen tot vier jaar kunt u maximaal kinderopvangtoeslag aanvragen over 140 procent van de gewerkte uren van de minst werkende partner (exclusief reistijd). Voor kinderen in de basisschoolleeftijd is dit maximaal 70 procent van de gewerkte uren van de minst werkende partner (exclusief reistijd). Voor wisselende werkuren kies het gemiddelde. Daarnaast geldt er een maximum van 230 uur per maand per kind. Indien uw kind meer uren per maand naar de opvang gaat, ontvangt u over de uren (boven de 230 uur) geen kinderopvangtoeslag meer
- Let op bij de kinderopvangtoeslag: als uw inkomen verandert, wijzigt ook de kinderopvangtoeslag, omdat deze inkomsten afhankelijk is. Uw inkomen kan veranderen door veranderende zorgkosten, of meer of minder gebruik van aftrekposten dan het voorgaande jaar, door een veranderende hypotheek etc. Deze wijzigingen moet u tijdig doorgeven aan de belastingdienst. Wellicht heeft u recht op meer kinderopvangtoeslag, anderzijds moet teveel ontvangen toeslag worden terugbetaald.
De aanvraag kunt u doen bij de belastingdienst: Hoe moet ik kinderopvangtoeslag aanvragen? (belastingdienst.nl) Doe dat binnen drie maanden nadat de opvang is gestart, dan loopt u geen geld mis.
Kindgebonden-budget
Kindgebonden-budget
Kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten voor uw kinderen tot 18 jaar. Die krijgt u naast de kinderbijslag. Hebt u al een toeslag? Dan krijgt u vanzelf kindgebonden budget, als u er recht op hebt. Krijgt u geen kindgebonden budget en denkt u er wel recht op te hebben? Dan kunt u het zelf aanvragen. Dat doet u bij de belastingdienst.
Voorwaarden:
- Het kindgebonden budget is een bijdrage in de kosten van kinderen tot 18 jaar.
- Het inkomen van u en uw partner. U heeft tot een bepaald inkomen recht op het kindgebonden budget. Alleenstaande ouders met een verzamelinkomen tot € 21.431 ontvangen het maximale kindgebonden budget. Voor paren met kinderen is de inkomensgrens voor 2020 € 38.181. Het verzamelinkomen vindt u op de meest recente (voorlopige) aanslag Inkomstenbelasting. Als er geen belastingaangifte is gedaan, dan staat het bedrag ook op uw laatste jaaropgaaf van uw werkgever of uitkeringsinstantie.
- UW vermogen. Als uw vermogen hoger is dan € 116.613 (voor een alleenstaande) of € 147.459 (voor paren), heeft u geen recht op deze regeling
- De ouder die de kinderbijslag op zijn naam heeft bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), krijgt ook het kindgebonden budget
- Wijzigt uw inkomen? Omdat de hoogte van het kindgebonden budget inkomensafhankelijk is, moet u een verandering in uw inkomen direct doorgeven aan de Belastingdienst. Dit geldt ook als het inkomen van uw toeslagpartner verandert.
Wilt u meer weten, kijk dan o.a. bij het Nibud: Kindgebonden budget – Nibud – Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
Belastingstelsel
Meer weten over het belastingstelsel in Nederland hieronder staat meer informatie.
Om zeker te weten dat u gebruik maakt van de juiste toeslagen en heffingskortingen kunt u een afspraak maken met de maatschappelijk dienstverlening in Amsterdam Oost.
Inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting
De inkomsten belasting is ingedeeld in 3 boxen:
In box 1 betaalt u belasting en premies voor de volksverzekeringen. De volksverzekeringen zijn de AOW, Anw en de Wlz (Wet langdurige zorg). Dit zijn volksverzekeringen waar iedereen gebruik van kan maken, eventueel ook uzelf op een bepaald moment in uw leven. Daar draagt de samenleving samen aan bij, met deze box in de inkomstenbelasting. U betaalt deze belasting over werk en inkomen. Daaronder vallen:
- loon
- winst uit een onderneming
- resultaat uit overige werkzaamheden
- periodieke uitkeringen
- inkomsten uit een eigen woning
Hoe meer u verdient, hoe meer belasting u betaalt. De minst draagkrachtigen hoeven minder bij te dragen. Daarom is box 1 van de inkomstenbelasting verdeelt in 2 schijven:
Eerste schijf -> inkomen tot € 68.508 -> 37,35% belasting
Tweede schijf -> inkomen vanaf € 68.508 -> 49,50% belasting
(Vanaf de AOW leeftijd gelden andere regels, die vindt u bij de belastingdienst
U betaalt alleen belasting over het belastbaar inkomen. Dit vindt u op uw jaaropgave. Het belastbaar inkomen is uw belastbaar loon min verschillende aftrekposten, zoals hypotheekrente, studiekosten, hoge ziektekosten. Vervolgens wordt het totale bedrag aan belasting verminderd met heffingskortingen (zie hieronder daarover meer).
Onder aftrekposten vallen bijvoorbeeld hoge ziektekosten. Sommige ziektekosten vindt u terug op de polis van uw ziektekostenverzekering of op uw rekeningafschriften. Voor andere ziektekosten moet u de bonnetjes bewaren! Denk aan medicijnen, hulpmiddelen zoals een gehoorapparaat, gezinshulp of reiskosten naar een familielid.
U kunt de volgende ziektekosten opnemen in uw belastingaangifte:
- Medische hulp
- Medicijnen (op voorschrift arts)
- Hulpmiddelen (bijvoorbeeld steunzolen, kunstgebit)
- Uitgaven extra gezinshulp in verband met ziekte
- Extra uitgaven dieet (medisch voorschrift)
- Extra uitgaven voor kleding en beddengoed: 300 euro (of 750 euro als u meer dan 600 euro per jaar aan kosten hebt)
- Vervoerskosten naar een arts of ziekenhuis en hogere vervoerskosten vanwege ziekte of handicap: werkelijke uitgaven per kilometer
- Reiskosten naar partner of inwonende kinderen in verband met ziekte (alleen als de afstand voor een enkele reis meer dan 10 km is): 0,19 euro per autokilometer of werkelijke openbaar vervoerskosten
In box 2 betaalt u belasting als u inkomen heeft uit een ‘aanmerkelijk belang’. Dat is inkomen uit een N.V. of een B.V. waar u meer dan 5% belang in heeft. De meeste mensen komen niet in aanmerking voor box 2.
In box 3 betaalt u belasting over uw vermogen. Dit is bijvoorbeeld spaargeld op de bank of beleggingen. Over de eerste 30.846 euro betaalt u geen belasting. Voor echtparen geldt het dubbele: 61.692 euro. Daarboven gaat men er van uit dat u ‘inkomen’ ontvangt over dit vermogen. Dit is bijvoorbeeld rente over uw spaartegoed en wordt gezien als inkomsten uit vermogen. Over deze inkomsten betaalt u 30 procent belasting.
Heffingskortingen
Heffingskortingen
Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en de premie van volksverzekeringen. Hoeveel heffingskorting u ontvangt hangt af van uw persoonlijke situatie. Bent u in loondienst of krijgt u een uitkering? Dan houdt uw werkgever of uitkeringsinstantie al rekening met een aantal heffingskortingen.
Welke heffingskortingen zijn er?
- Algemene heffingskorting
- Arbeidskorting
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting
- Heffingskortingen voor AOW-gerechtigden
- Jonggehandicaptenkorting
- Levensloopverlofkorting
- Heffingskorting voor groene beleggingen
Bij de Belastingdienst kunt u precies vinden welke heffingskortingen er zijn en of u er voor in aanmerking komt: Alle heffingskortingen op een rij (belastingdienst.nl)
Maatschappelijk Dienstverleners
In Amsterdam Oost zijn er maatschappelijk dienstverleners die bewoners bijstaan met o.a. financiële vragen en schulden problematiek.
Civic Amsterdam
In Amsterdam Oost zijn er maatschappelijk dienstverleners die bewoners bijstaan met o.a. financiële vragen en schulden problematiek. Dat is onder andere Civic Amsterdam, voor schuldhulpverlening aan volwassenen en maatschappelijke dienstverlening in de Indische Buurt of Oostelijk Havengebied.
Kijk voor meer informatie op Gratis hulp bij geldproblemen? Bel ons! | Civic Amsterdam
Of neem contact op met: 020 – 665 8001 (op maandag tot en met vrijdag, van 09:00 – 17:00 uur)
Dynamo
Dynamo is maatschappelijk dienstverlener in de overige gebieden in Amsterdam Oost én doet schuldhulpverlening voor jongeren.
Kijk voor meer informatie op: Hulp bij geld – Dynamo Amsterdam is er voor uw financiële hulp (dynamo-amsterdam.nl)
Of neem direct contact op met: 020 46 09 300
Informele inloopspreekuren
Ga je liever eerst langs bij de informele zorg- en ondersteuning met je financiële vragen. Dat kan!
Buurthulp Oost
Buurthulp Oost
Heb je behoefte aan een gesprek of vragen, dan ben je welkom op de inloop bij Buurthulp Oost op woensdagochtend van 09.30 – 12u, op de Javastraat 118
Kijk voor meer informatie op: Buurthulp Oost Of bel met: 06-30356840
Assadaaka Community
Assadaaka Community
Heb je vragen, zoals hulp bij het aanvragen van een toeslag, een DigiD, heb je hulp nodig bij je financiële administratie, of zie je door de bomen het bos niet meer? Dan kan je iedere werkdag terecht in het sociaal-maatschappelijk inloopspreekuur van Assadaaka Community van 09.30 – 17u oin de Wethouder Verheijhal, 1e etage, Polderweg 300
Kijk voor meer informatie op: www.assadaaka.nl of bel direct met Klaartje: 0625575303 of Ahmed El Mesri: 0647440672